Ongelofelijk - onrecht in de geloofwaardigheids-beoordeling van geloofsovertuiging

Gave maakt zich grote zorgen over het onrecht dat vluchtelingen wordt aangedaan in de asielprocedure. Van verschillende kanten ontvangt Gave sterke signalen dat er een groep ‘bekeerlingen’ door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) als ‘niet geloofwaardig’ wordt beoordeeld. De IND slaagt er niet in om in alle individuele zaken ‘recht te doen’. En erger nog: in het asielsysteem zijn er onvoldoende waarborgen dat de vreemdeling wordt ‘recht gedaan’ in de rechtspraak. Gave heeft op 30 april 2021 een rapport uitgebracht met verontrustende bevindingen.

Op 20 mei 2021 is het rapport uitgebreid met bespreking van twee belangrijke uitspraken van de Raad van State van 12 mei 2021.

Onderaan de pagina vind je onder “Vervolg” een samenvatting van verbeteringen die we sinds de zomer van 2021 kunnen constateren.

Samenvatting

Bevindingen

In de loop van de jaren is er al veel aandacht geweest voor de wijze waarop de IND de geloofwaardigheid van bekering beoordeeld in het kader van een asielaanvraag. Er zijn bij de IND verbeterslagen gemaakt, onder meer in de vorm van een werkinstructie WI 2018/10 (thans WI 2019/18) die richtlijnen geeft voor het onderzoek. Wat echter ontbreekt is duidelijke handvatten voor de beoordeling van de verklaringen die de vreemdeling aflegt over zijn bekering. Door het ontbreken van eenduidigheid ontstaat makkelijk willekeur. De werkinstructie neemt dat risico niet weg.

Als we kijken naar de rechtspraak op het vlak van ‘bekeringszaken’ zien we ook een behoorlijke mate van willekeur, tot uiting komend in wisselende uitspraken. Daarbij gaat het vaak ook over het gewicht dat aan verklaringen van kerken en aan rapporten van deskundigen toegekend wordt. Behoorlijk vaak volgt de bestuursrechter de visie van de IND dat aan deze stukken maar weinig waarde toekomt. We zien ook bij de Raad van State dat daarin geen eenduidige lijn getrokken wordt. De IND krijgt hiermee veel ruimte om dergelijke stukken terzijde te leggen, ook als een rapport van een deskundige gemotiveerd aanleiding geeft tot twijfel omtrent de juistheid van het besluit van de IND. Onze stichting meent dat daarmee de belangen van vreemdelingen ernstig geschaad worden. Het is ook in strijd met het principe van ‘Equality of Arms’ volgens welke de ongelijkheid tussen een burger of vreemdeling en een bestuursorgaan opgeheven kan worden door inschakeling van een deskundige.

Uit diverse voorbeelden, besproken in dit rapport, blijkt ook dat de Raad van State soms zelf op de stoel van de deskundige gaat zitten en ook als het gaat om het toetsingskader kan komen tot een onbegrijpelijke uitspraak. Ook wordt geconstateerd dat de bestuursrechter niet altijd begrijpt wat vrijheid van godsdienst inhoudt. Onze stichting acht dit zeer ernstig omdat het temeer afbreuk doet aan de rechtsbescherming die verwacht mag worden.

In de tweede versie van het rapport zijn aanvullend twee belangrijke uitspraken van de Raad van State van 12 mei 2021 besproken.

Aanbevelingen

Op basis van deze en diverse andere bevindingen doet onze stichting de volgende aanbevelingen om de rechtsbescherming te waarborgen:

  • De werkinstructie wordt in samenspraak van de IND met een klankbord van deskundigen verbeterd.
  • Het staat de staatssecretaris niet meer vrij doorslaggevend gewicht toe te kennen aan het element motieven en proces. In plaats daarvan valt de volle nadruk op de vereiste om de onderscheiden elementen in samenhang te bezien. De regel van ‘compensatie achteraf’ komt daarbij te vervallen.
  • Het onderdeel ‘activiteiten’ krijgt in de beoordeling een zwaarder gewicht naar mate de bekering zich langer geleden heeft afgespeeld.
  • Aan blijken van geestelijk leidinggeven komt groot gewicht toe.
  • IND medewerkers krijgen (betere) handvatten voor de beoordeling van de geloofwaardigheid van bekering, zowel in de vorm van geschikte objectieve informatiebronnen als in de vorm van de toegang tot een groep deskundigen voor advies.
  • De bestuursrechter weegt het oordeel van deskundigen te allen tijde inhoudelijk mee als relevante informatie in het kader van de integrale geloofwaardigheidsbeoordeling.

Vervolg

  • Op 24 juni 2021 heeft Gave deelgenomen aan het rondetafelgesprek ‘Maatwerk en uitvoering vreemdelingenrecht‘ in de Tweede Kamer. Lees meer… 
  • De Afdeling heeft in meerdere uitspraken bevestigd dat de inhoud van verklaringen van derden, zoals van kerken en van onze stichting, altijd in de beoordeling betrokken moet worden.
  • Op 22 november 2021 heeft de rechtbank zich nader uitgesproken over de toepassing van de compensatieregel. De regel is wel gehandhaafd, maar met een verbeterde uitleg ervan is tegemoetgekomen aan de door onze stichting geuite bezwaren. De uitleg die de rechtbank geeft aan de compensatieregel houdt in dat de drie elementen in samenhang beoordeeld moeten worden en  dat aan het element activiteiten meer gewicht toegekend kan worden indien de bekering langer geleden heeft plaatsgevonden.
  • In het coalitieakkoord van december 2021 is afgesproken dat de expertise bij de IND versterkt wordt en dat daarbij gebruik gemaakt wordt van externe expertise.
  • Op 19 januari 2022 heeft de Afdeling uitgesproken dat de werkwijze, i.e. de werkinstructie, op het punt van afvalligheid en atheïsme verbetering behoeft.
  • Op 28 september 2022 heeft de Afdeling uitgesproken dat de werkwijze bij een opvolgende aanvraag, nadat de bekering in een eerdere aanvraag ongeloofwaardig is geacht, verbetering behoeft.
Artboard facebook google+ instagram linkedin maps pinterest twitter vimeo youtube world